Voor het goede begrip: een echte jaarbeurt is werk voor een vakman. Wij hebben het gereedschap en ervaring om verborgen draaiende delen zoals balhoofd, freewheel en naven te stellen en te smeren. Uw fiets wordt dan gelijk schoongemaakt en gepoetst.
Maar misschien houdt u zelf ook wel van sleutelen? Dan kunt u bij ons in de winkel terecht voor de aanschaf van losse onderdelen en verzorgingsproducten.
Wij, als vakman, adviseren en gebruiken de onderhoudsprodukten van Cyclon.
Algemeen onderhoud
Uw fiets heeft onderhoud nodig om een lange levensduur te waarborgen. Maak daarom de fiets regelmatig schoon. Met name pekel mag u geen kans geven om lang in te werken op uw fiets. Het ergste vuil kunt u verwijderen met een stevige, maar niet al te harde beugel. Om krassen te voorkomen dient dit met enig beleid te gebeuren. Met een zachte kwast (of een oud washandje) de rest van het vuil verwijderen. Op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals bijvoorbeeld de naven en de trapas, kunt u het beste een klein kwastje gebruiken.
Het schoonmaken van het lakwerk kan met lauw water en een mild reinigingsmiddel worden gedaan. Vermijd het gebruik van alkalische reinigingsmiddelen of andere chemische middelen die het lakwerk aan kunnen tasten.
Gebruik geen hogedrukreiniger omdat dan water tot het inwendige van lagers kan doordringen.
Losse ketting?
In geval van een naafversnelling moet de kettingspanning geregeld worden gecheckt. Een ketting mag wel enige speling hebben. Hij mag in het midden tussen het kettingblad voor en het tandwiel achter circa 1,5 cm naar boven en onder bewegen. Bij het een derailleur-versnelling wordt de spanning geregeld door de derailleur.
Onderhoud
Men moet de ketting, vooral bij derailleurmodellen, bij tijd en wijle reinigen en regelmatig smeren. Dit doet men het best met olie, met een reinigingsapparaat, of met een kettingvloeistof/-spray.
Montage
Laat de ketting zich gemakkelijk meer dan 0,5 cm van het voorblad optillen, dan dient hij vervangen te worden. Moderne kettingen hebben geen kettingslot. Voor het openen van kettingen is een specialeketting-pons nodig.Het is verstandig om ketting en tandwiel(en) steeds gelijktijdig te vervangen.
Hoe kan je zien of je ketting aan vervanging toe is?
Elke volledige schakel van een ketting is juist 1 inch lang. Als je er een meetlat in inches naasthoudt, zie je direct hoeveel je ketting al langer geworden is. Als de verlenging op 10″ meer als een pindikte (3mm) bedraagt, is je ketting aan vervanging toe.
Of als je ketting op het voorblad boven de tanden kan tillen, is ze (en/of het tandwiel) aan vervanging toe.
Als je je ketting niet tijdig vervangt, gaat je uitgerekte en goedkope ketting inslijten op de veel duurdere cassette. Een ketting gaat gemiddeld zo’n 3000-7000 km mee, tijdig (laten) vervangen is dus de boodschap!
Onderhoud verende voorvorken
Zorg ervoor om bij telescoopvorken de buitenpoten altijd goed te reinigen. Dan krijgen stof en vuil geen kans om door de afdichtringen heen te komen. Let op dat er bij de achtervering geen zijwaartse speling is. Controleer ook periodiek of bouten, moeren en schroeven nog stevig bevestigd zijn.
Gebruiksperiode
Na een zekere gebruiksperiode moeten verende voorvorken door de vakman worden gedemonteerd en gemonteerd, na te zijn schoongemaakt en opnieuw ingevet. Dit is geen klus om zelf te doen.
Rammelende spaken?
Spaken gaan losser zitten bij normaal fietsgebruik. Hoe hoger het lichaamsgewicht en hoe slechter het wegdek, des te sneller zullen uw spaken los gaan zitten. Laat daarom Bram regelmatig uw spaakspanning controleren (minstens eenmaal per jaar). Wanneer u afwijkende beweging voelt als u een groepje spaken beetpakt, fiets dan niet te lang door. Uw velg kan hierdoor beschadigen en u heeft grote kans op een ‘slag in het wiel’.
Banden!
Het is belangrijk de banden regelmatig te controleren en deze goed op spanning te houden. Hierdoor zullen de banden minder snel slijten en zal uw fiets lichter rijden en prettiger sturen. De geadviseerde bandenspanning door Schwalbe is 4 bar.
De maximale spanning staat aan de zijkant van de band vermeld. Gebruik een fietspomp met manometer.
Controle balhoofdstel
Check of het stuur kan worden bewogen zonder wrijving. Til de fiets aan de bovenbuis op en beweeg het stuur. Zit dit om de 20 graden vast dan is het balhoofdstel ingesleten en moet dit worden vernieuwd.
Ga na of er sprake is van speling. Trek de voorrem aan en zoek met de andere hand de spleet op van het onderste deel van het balhoofdstel. Beweeg de fiets lichtjes naar voor en naar achter.
Pedalen
Beide pedalen moeten naar het voorwiel toe aangetrokken worden en voor het indraaien moet u het schroefdraad goed invetten. Trek de pedaalas strak aan.
Bij het schoonmaken van de fiets nooit een sterke waterstraal op de pedalen richten. Voeg geen olie toe van buiten, want dit verdunt het kogellager vet. Ook kan er daardoor modder binnendringen. Pedalen met breukrisico (door een botsing of val) moeten worden vervangen.
Hoe moet je je fiets op jouw persoon afstellen?
Stap 1. Zithoogte en framemaat
De juiste zithoogte krijg je als het zadel zo staat dat je zo min mogelijk schuift en je je knie net niet hoeft te strekken. Zit je te hoog, dan schuif je voortdurend van links naar rechts en moet je teveel met je tenen trappen. Zit je te laag, dan moet je je knieen te ver buigen en kost alleen maar extra energie.
Stap 2. Zadelstand
Behalve omhoog en omlaag kan het zadel ook kantelen. Kantelen betekent de punt omhoog of omlaag zetten. Voor de meeste mensen staat het zadel goed als ze het waterpas zetten. Begin daar dus mee. Een gedegen fietszadel kan ook naar voren en naar achteren schuiven.
Hoe ver het zadel naar voren of naar achteren moet, hangt af van de lengte van de bovenbenen. Bij lange bovenbenen is het slim het zadel naar achteren te zetten, zodat de hele hefboom van je bovenbeen tot zijn recht komt. Bij korte bovenbenen gaat het zadel naar voren.
uitgangspunt: je knie moet ongeveer boven de trapper uitkomen met de crank op “negen uur”.
Stap 3. Stuurstand
Het stuur omhoog of omlaag zetten is simpel. Moeilijker te bepalen is hoever het stuur weg moet staan, het zogenaamde reikbereik. Hier zijn geen harde regels voor. De meting waarbij je je ellebogen tegen het zadel houdt zodat je vingertoppen het stuur raken lijkt aardig, maar leidt vaak tot een oncomfortabele zithouding.
Een comfortabele zithouding hangt af van meer dingen af dan alleen van je onderbeenlengte; veel zwaarder telt de lengte van je romp en de buigzaamheid van je rug en nek.
De beste manier om de stuurstand te bepalen is door zelf verschillende standen uit te proberen. Fietssturen kun je tegenwoordig in alle richtingen stellen.
Ga op de fiets zitten en probeer of het stuur goed staat. Staat het niet goed, draai dan de stelbouten wat losser en probeer een andere stand; hoger lager, dichterbij, verder weg.
Let ook op de stand van de handvatten, die kunnen namelijk ook kantelen